Literaire gesprekken

Het met elkaar praten over gelezen boeken of over voorgelezen verhalen is één van de meest leesbevorderende activiteiten. Niet alleen leert de lezer andere boeken kennen, maar door over boeken te praten begrijpen ze de verhalen beter én horen ze hoe anderen de verhalen beleven.

Andere vaardigheden die geleerd worden zijn: leren gedachten onder woorden te brengen, leren luisteren, leren inhoudelijk te reageren. Literaire gesprekken dragen bij aan de ontwikkeling van literaire competentie (verhaalbegrip, literaire kenmerken), vergroten de mondelinge taalvaardigheid en gesprekstechnieken en ondersteunen het begrijpend lezen en uitbreiding van de woordenschat.

Maar praten over een boek is in de eerste plaats ook gewoon ontzettend leuk om te doen.


De literaire gesprekken worden gevoerd aan de hand van zogenaamde leesaanwijzingen volgens de methode van Chambers. Coosje van der Pol heeft in haar proefschrift bewezen dat het voeren van een literair gesprek over een prentenboek al kan bij kleuters. Désirée Monsantofils van Boek-gedoe heeft een didactiek uitgewerkt over het praten over sprookjes in groep 3 en 4. Gertrud Cornelissen is gepromoveerd op de ontwikkeling van literaire competentie door het praten over boeken in groep 7 en 8.


Boek-gedoe voert literaire gesprekken aan de hand van goede kinderboeken: prentenboeken, fictie, poëzie met kinderen van de basisschool, mbo-leerlingen, vmbo-leerlingen, pabo-studenten, laaggeletterden en nieuwkomers.


Boek-gedoe traint leerkrachten, docenten, NT2-docenten, pedagogisch medewerkers, en jongerenwerkers om  literaire gesprekken aan de hand van goede kinderboeken: prentenboeken, fictie, poëzie te kunnen voeren.